china

Afbeelding 1 van 1

 

Beter voedsel, minder kamperen en nieuwe politie-ervaringen. Welkom in China!

We verlaten Kazachstan via enkele slagbomen, een paspoortcontrole en komen in niemandsland. Hoge hekken leiden ons over een acht kilometer lange weg na de paspoortcontrole aan de Chinese kant. Eenmaal officieel op Chinese bodem ontstaat er een trots gevoel. Trots dat ik het gehaald heb maar tegelijkertijd voelt het ook onwerkelijk dat we China binnen zijn gefietst op eigen kracht. Maar dan… veel tijd om na te denken is er niet. Waar moeten we heen? Wat staat daar? Waar kunnen we geld pinnen? Werkelijk alles is onleesbaar en de paar Russische woorden die ik heb geleerd zijn in één slag onbruikbaar. Het lukt ons geld te wisselen en een restaurant te vinden. Hier betaalt men met de Yuan (元). Omgerekend is 100 元, € 13,-. We proberen iets eetbaars te bestellen maar het is moeilijk en ons point-it boekje moet er aan te pas komen. Voor nog geen 10元 (€ 1.30)bestellen we een rijstgerecht met verse groenten. Mes en vork lijken definitief verleden tijd, meer als twee stokjes in een plastic zakje krijgen we niet. Het pittige rijstgerecht is een ware afwisseling tegenover het eenzijdige Kazachstaanse voedsel. Net als de hoeveelheid verse groenten en fruit langs de kant van de weg. Iets wat in Kazachstan bijna onvindbaar was. We leefden bijna twee maanden op Borsjtsj, Plof en Manthi. Maar na de grenslijn lijkt zich een wereld voor ons te openen, al zal hij wederzijds gesloten zijn vanwege de enorme taalbarrière…

Het is even zoeken voordat we de goede weg richting Urumqi gevonden hebben. Urumqi is onze eerste stad in China, zo’n 700 kilometer oostwaarts en van alle miljoenenstede ter wereld de stad die het verst van een zee of een oceaan verwijderd is. De weg zal ons via een hooggelegen, ruw terrein richting de stad leiden. We verlaten de drukke grensplaats en vertrekken over de G-30 richting het Boluokenu berggebied. In een klein arbeidersdorpje kopen we enkele, voor ons nog onbekende boodschappen. Werkelijk niets is leesbaar maar we weten de tassen te vullen met 巧克力棒(chocoladerepen),  可乐(cola) en een avondmaaltijd van blikvoer. Al snel hebben we door dat kamperen in dit land onmogelijk lijkt te zijn. Werkelijk overal bevinden zich mensen en dat ene stukje land dat wel vlak is staat vol met akkerbouw. Laat in de middag stranden we voor nog geen 60元 in een hotel(€ 8,-). Nog voordat ik me gedoucht heb staat de politie al aan de deur om ons te vertellen dat dit hotel niet geschikt is voor buitenlanders. Iets waar ik op internet wel eens over gelezen heb. Met veel moeite begrijpen we dat we de keuze krijgen uit; terug fietsen naar een duurder hotel of verder fietsen naar Urumqi. Door middel van gebarentaal gecombineerd met gebrekkig Engels proberen we duidelijk te maken dat we geen geld hebben voor een duur hotel en dat verder fietsen onmogelijk is vanwege het slechte weer. Maar we hebben hier te maken met Chinezen, dus alles gaat volgens het boekje en zo zitten we even later in de stromende regen op de fiets. Een beetje teleurgesteld en ontdaan zitten we weer op de weg richting Urumqi. Niet dat dat haalbaar is want de stad ligt nog zeker 600 kilometer verderop en zo bouwen we net buiten het dorp in het donker de tent op tussen het struikgewas. Het is inmiddels 22:30 Chinese tijd, 2 uur later dan de gewende Kazachstaanse tijd en inmiddels de 6e tijdslijn die we doorkruisen. Met gemengde gevoelens sluiten we onze eerste dag in China af. Beter voedsel, minder kamperen en nieuwe politie-ervaringen…

 

Hoofd en poten.

Net voor zonsopkomst is het tijd om op te staan en ongezien onze spullen in te pakken. We zijn al vroeg onderweg. De weg loopt bergop richting een hooggelegen bergmeer. Genaamd Shan, ook wel het meer van de liefde genoemd. De natuur langs de route is schitterend. Watervallen ontstaan vanuit allerlei kloven in het gebergte en vormen een snelstromende rivier langs de weg. Dennenbomen stapelen zich hoog op tegen de steile bergwand afwisselend met grasvlaktes, varens en mos. Soms staat er een verscholen Yurt (soort stoffen Eskimotent) tussen de natuur. In dit deel van China leeft het Oeigoerse volk dat rondtrekt met hun Yurt en kuddedieren. Via een mooie asfaltweg, afgewisseld door tunnels en onvoorstelbaar hoge bruggen bereiken we het 2100 meter hooggelegen meer. Het koude blauwe water tekent zich mooi af tegen de besneeuwde bergtoppen. Touringcars vol Chinezen stoppen om foto’s te maken van dit prachtige plaatje. Al snel blijken wij als lange, blanke westerlingen een grotere attractie voor veel Chinezen dan het prachtig water. Tijd om verder te trekken dus. We fietsen om het meer heen en vinden een karige boodschap in het enigste en kleine winkeltje in Santai. Iets verderop stranden we bij een schitterende plek langs het water. Na betaling mogen we zelfs kamperen in het natuurgebied. We genieten lang van de ondergaande zon over het stille water en van een nachtje in de tent.

Op dag drie in China staat ons een 60 kilometer lange afdaling te wachten. Na een minimaal ontbijt van acht minibroodjes belegt met onze laatste jam en pasta vliegen we met snelheden dik boven de 60 km p/h omlaag. Tijdens de afdaling halen we veel zwaar beladen vrachtauto’s in en langzaam verdwijnt het hooggebergte uit ons zicht. Na zo’n 120 kilometer belanden we in een klein rommelig dorpje. Het is voor mij nieuw om te zien dat al het werk op straat gebeurd. We vinden snel een goed hotel. Dit keer wel geschikt voor buitenlanders en gaan tussen alle dorpswinkeltjes opzoek naar een pedaalsleutel. Deze hebben we nog nodig voor de vlucht van Urumqi naar Lanzhou om de pedalen te demonteren. Ons avondeten scoren we bij twee jonge ondernemers met een klein eettentje. Nadat ze met behulp van ons point-it boekje de bestelling hebben opgenomen, vertrekt er één om verse groenten in te kopen. Daarna wokken ze een heerlijke maaltijd van rijst, groenten en een zoetzure saus.

We verlaten het hotel na een goede nachtrust zonder nieuwe politie-ergernissen en een typische Chinees ontbijt. Het ontbijt bestaat uit komkommer, ei, gebakken pittige nootjes, rijstsoep met een rauw ei en veel soorten koolsalades met een pittige dressing. Net iets te zwaar voor een Nederlandse fietsersmaag in de vroege ochtend. We fietsen het dorp uit en trekken verder over de hoofdweg. Overal krioelt het van de mensen en soms krijg ik het gevoel alsof het leven ‘s nachts gewoon door is gegaan. Onze route loopt door veel arbeidersdorpjes waar mij opvalt hoeveel pepers er gedroogd worden. Ook kruisen we een gebedsplek waar veel kleurrijke gebedsvlaggen wapperen in de wind. We ploeteren verder en vechten nog steeds tegen de hitte. Ook hier loopt de temperatuur al vroeg op tot boven de 35°. Tegen de avond belanden we in Tuotuoxing waar we onze tassen opnieuw vullen met boodschappen voor de dag erna en wederom slapen we in een prima hotel. Tussen alle marktkraampjes gaan we ‘s avonds opzoek naar een eetgelegenheid. We namen plaats in een eettentje waar veel lokale bevolking zit en wijzen via gedekte tafels aan wat we willen eten. Even later krijgen we twee grote schalen groenten geserveerd, gemengd met aardappels, pepers en kippenvlees. Het vleesgerecht is inclusief hoofd en poten. Het kippenhoofd wat me aankijkt dient leeggezogen te worden en de poten dien je af te knabbelen. Iets wat voor ons niet nodig is en netjes op het bord is blijven liggen…

 

Het landschap kleurt rood.

Na hetzelfde zware ontbijt verlaten we het dorp en beginnen we aan de lange G-30 richting Urumqi. De zon brandt fel en de thermometer geeft al snel temperaturen van 35° aan. De ergste hitte proberen we te vermijden door ‘s ochtends vroeg onderweg te zijn en ’s middags uit te rusten in een restaurantje of bij een tankstation. Hier eten we meestal een kom noedelssoep voordat we verder trekken, al is de soep hier net zo moeilijk te eten omdat je ook hierbij alleen stokjes krijgt. Onze uitzichten worden na de hoogvlakte geminimaliseerd tot landbouwvelden en besneeuwde bergtoppen ver ten zuiden van ons. Achter de toppen bevindt zich het dak van de wereld, namelijk de Himalaya. Een nieuwe droom die langzaam ontstaat. We eindigen die avond in een ‘dorpje’ dat volgends de kaart en stipje blijkt te zijn met zevenhonderdduizend inwoners. Net als in elke stad tot nu toe zijn ze ook hier volop aan het bijbouwen. Toen we de volgende dag vertrokken zagen we voetbalvelden vol met nieuwe flatgebouwen. Soms wel 40 tot 50 dezelfde bouwwerken achter elkaar die als legohuisjes uit de grond gestampt worden. Met deze snelheid worden dorpen – steden en steden worden miljoenensteden. Elk dorp kent bij binnenkomst zijn eigen kleurrijke pagode, in tegendeel tot de steden. Daar hangt alles vol met flikkerende neonreclame en krioelt het van mensen, scooters en auto’s.

Na een sleur van 450 kilometer landbouwveld, kleine dorpjes en bruine rivieren bereiken we Urumqi. In het gebied voor de stad wordt veel water weggetapt via irrigatiekanalen voor landbouwdoeleinden. Met als gevolg bijna leegstaande rivieren. Eenmaal in Urumqi bereiden we ons voor op de vlucht naar Lanzhou. We gaan op zoek naar huishoudfolie en karton om de fiets te verpakken. We zoeken een hotel dicht bij de luchthaven en bezoeken de stad. We bezichtigen markten en wandelen door het grote People’s  Park met enkele prachtige Chinese bouwstijlen. Op 27 juli vliegen we naar Lanzhou. Voordat de fiets mee mag moet deze aan veel eisen voldoen. Diverse malen horen we “velly velly solly” “bike to big, to big”. Maar met een beetje Nederlandse verstand lukt het om met fiets en al 2,5 uur later op Lanzhou Airport te landen. In een nabijgelegen hotel maken we alles weer gereed voor de volgende rit.

Het landschap rondom Lanzhou kleurt roder en de luchtvochtigheid neemt in hoge maten toe ten opzichte van Noord-China. We hebben zo’n 1900 kilometer gevlogen en zijn vergelijkend met Europa afgezakt van Toulouse naar Gibraltar, in het zuidelijkste puntje van Spanje. Lanzhou-stad ligt nog een dikke 65 kilometer van de luchthaven vandaan, aan rivier de Huanghe. Deze 5464 kilometer lange rivier is de één na langste rivier van China en wordt ook wel Gele rivier genoemd. Voor ons is het niet meer dan een kolkende, brede, rode, modderstroom langs een stinkende, drukke stad. Eenmaal de stadsdrukte doorkruist kopen we op een markt vers fruit en beginnen langzaam aan de klim richten de hoge uitlopers van het Himalaya plateau. Al snel wordt de omgeving mooier. Bergruggen, trapsgewijs bedekt met rijst en theeplantages gaan langzaam over in ruig rotsgebergte bedekt met gras. Het klimmen begint zwaar te worden en langzaam merk ik dat mijn lichaam mij weer in de steek begint te laten. Uitgerekend op dit zware moment komt de teleurstelling van een gesloten tunnel hard bij mij aan. Als gevolg beginnen we aan een acht kilometer onverharde klim, al slingerend richting de top van 2450 meter. Ondanks de mooie uitzichten is het genieten moeilijk. Slap en futloos worstel ik mij, meter voor meter een weg naar boven om vervolgens af te dalen naar het eerste en beste dorpje met een hotel. Doodvermoeid pak ik met beide handen de kleine, vieze kamer aan. Uit meer dan drie stalen bedframes, bedekt met dekens en karton, aangevuld met een tv en een kastje bestaat de vochtige negen vierkantenmeter niet. Toch is het voor mij meer dan voldoende om na een avondmaal snel in slaap te vallen.

 

Bijna 3000 meter

Vroeg maar toch uitgerust staan we de volgende ochtend op. Niet alleen wij zijn vroeg onderweg. Tientallen arbeiders vullen hun rieten manden met watermeloenen om ze vervolgens leeg te gooien in een laadbak van een Tuk-Tuk. Zo noem ik de kleine driewielers met laadbak, aangedreven op benzinemotor met v-snaar. Tokkelend rijden ze naar een verzamelpunt waar grote vrachtauto’s wachten op een volle lading watermeloenen. Die aansluitend onder luid getoeter, de smalle slechte wegen, in de chaotische dorpjes verlaten. Wellicht richting een nieuw handelspunt om de meloenen zo verder over de wereld te verspreiden. Met pijn aan mijn oren laten ze horen dat zij zeker niet degene zijn die snelheid minderen in het chaotische verkeer! Na meer inzicht gekregen te hebben hoe een watermeloen uiteindelijk in onze supermarkt terecht komt voel ik dat mijn conditie weer achteruit gaat. Omdat het wegdek blijft stijgen en dalen geef ik aan dat ik een rustdag nodig heb om te herstellen van de uitputtingsverschijnselen. Na nog 20 moeizame kilometers vinden we een goed hotel in Huichuan. Daar zoeken we kwalitatief goede en gezonde voeding om ons lichaam te herstellen. Zelf slaap ik eens goed bij en eet veel fruit. Na een dag rust is mijn lichaam klaar voor de komende monsterklim. Een slingerweg door een schitterend groene omgeving brengt ons naar een top van bijna 3000 meter hoogte. Boven is het nat en vreselijk koud maar bovenal genieten we van het waanzinnige uitzicht. We kijken uit over de scherpe haarspeldbochten diep in het natte, groene dal. Het lukt zelfs de Garmin (navigatie) niet om de weg goed in kaart te brengen en toont hem als een wirwar van strepen. Dik ingepakt dalen we af en warmen we ons tussendoor op aan een kom pittige noedels. Langzaam houdt de groene omgeving op en gaat het over in stadsleven. Met 116 kilometer op de teller is het tijd om een hotel te zoeken. Ook in deze mooie streek is het helaas onmogelijk een kampeerplekje te vinden. Overal zijn mensen, staat landbouw of worden nieuwe projecten gebouwd. Het lijkt of de natuur plek moet maken voor het nieuwe betonnen China. Oude culturele dorpjes worden van de kaart geveegd voor tunnels, bruggen en nieuwe superstrakke snelwegen. Al zijn wij met dat laatste stiekem erg blij!

Na een nacht rust en enkele reparaties aan Wouters fiets zijn we klaar voor de tocht richting Guangchang. Een route langs snelstromende rivieren en steile rotswanden leidt ons richting de stad. Zo bevinden we ons in een wereld van ongekend mooie natuur en zo fietsen we door dorpjes waar we eten en drinken inkopen. Ook tussen de hoge bergtoppen is het al vroeg warm en drinken we gemiddeld vijf tot zes liter water per dag. Onderweg kopen we flessen drinkwater terwijl de lokale bevolking vaak rivierwater gebruikt wat ze koken op een soort tv-schotel gericht naar de zon voor warmtereflectie. Het is helaas een vieze gedachte om tijdens een afdaling te zien dat onze middagsoep waarschijnlijk uit datzelfde water komt, waar ook de was, de afwas en toiletbehoeftes in gedaan worden. Geen wonder dat mijn lichaam zo nu en dan protesteert.

Inmiddels is het 3 augustus en hebben we nog anderhalve maand om Shanghai te bereiken.  Weer ligt een monsterklim op ons te wachten. Na 70 kilometer valsplat omhoog, staan we aan het begin van een haarspeldbochtenweg zonder zichtbaar einde. Met volle moed beginnen we aan de pittige klim en meerdere malen wil ik naar een lager verzet schakelen terwijl mijn fiets niet meer versnellingen telt. Dit is klimmen, klimmen zonder te weten waar het hoogste punt is. Maar gelukkig ontneemt de mooie omgeving veel pijn en is er na 35 kilometer ongekend ploeteren een belonend uitzicht over een schitterend dal. In totaal zijn we 1400 meter gestegen en ligt er een lange afdaling voor ons die de teller uiteindelijk op een dagafstand van 145 kilometer laat eindigen voordat we een hotel tegen komen. Nog nooit heb ik me zo afgemat gevoeld dat de afdaling zelfs inspanning vereiste… Volledig uitgeput ploffen we op bed in Wen-Xian. Een authentiek dorpje met slechts één klein hotel. Vanaf hier zijn het nog twee dagen fietsen naar Guangchang.

 

Bikou

De volgende ochtend ontbijten we bij een klein kraampje op straat en eten een gerecht van dichtgevouwen deegrolletjes (Dim-sum) met vlees en veel olie. Klaargemaakt in een stapelbaar, aluminium of bamboe stoofpotje op een olievat met hete kolen. We vertrekken vroeg en volgen de ruige rivier langs de steile rotswanden. De weg is uitgekapt in de stenen wand en slingert met de rivier mee om zo in het dorp Bikou te komen. Langzaam vormt het ruige water een brede rustige stroom en eindigt in een gigantisch blauw stuwmeer. Drijvende eilanden, gebouwd van hout en netten worden gebruikt voor visvangst. Het is een vissersparadijs! De route is schitterend maar zwaar. Continu blijft de weg slingeren langs de steile wand en gaat langzaam op en af. Deze uitputtende rit wordt Wouter te veel. Verzwakt en misselijk valt hij na verschillende pauzes vermoeid naast zijn fiets. Binnen een korte tijd lukt het mij een bus aan te houden voor een lift naar Bikou. Daar vinden we snel een redelijk hotel en boeken voor vier dagen om goed bij te komen. Na een goede nachtrust voel ik me weer fit en verken het vissersdorpje. Als enige blanke westerling struin ik door de straten, winkels en markten opzoek naar gezonde voeding. Langzaam sterkt Wouter aan. In de tussentijd zoek ik contact met thuis, maak verschillende wandelingen en fiets een dag door het bergachtige gebied. Ik krijg de gelegenheid foto’s te knippen van prachtige insecten en beklim per fiets de weg richting een verderop gelegen stuwmeer. Langs deze schitterende route zie ik hoe kristalhelder bergwater, in de vorm van watervallen de lichtblauwe rivier opvult tot stuwmeer. Vanuit het hoogste punt geniet ik van het blauwe water tussen de groenbegroeide bergen. Het is een plaatje!

Vanwege Wouters gezondheid besluiten we per bus verder te reizen naar Guangchang. Balend vanuit het busraam kijk ik hoe de mooie natuur aan me voorbij gaat. Ik had het graag gefietst, ook het stuk dat we per vliegtuig overbrugd hebben. We hobbelen enkele uren en het blijft maar malen… Ik zou alles op eigen kracht willen doen! Maar helaas kan dat niet altijd en met deze aanhoudende gedachte bereiken we de grotere stad. Een stad met betere faciliteiten om het lichaam aan te sterken voordat we weer verder fietsen. Bij de plaatselijke PSB (Public Security Bureau) proberen we ons visa met enkele dagen te verlengen en zo meer tijd te winnen om Shanghai te bereiken. Helaas is dit niet mogelijk en staat onze einddatum vast. Er blijven veertig dagen over om onze bestemming te bereiken, al zullen we stevig door moeten trappen om dat te halen. Met hulp van Marieke boeken we alvast een ticket voor de terugvlucht en is het tijd om kilometers te maken. De volgende dag fietsen we vroeg de stadsdrukte uit, en nemen de snelweg richting Wanzhou. Omdat de hoger gelegen snelweg als een rechte lijn, doormiddel van tunnels en bruggen door het bergachtige landschap trekt krijgen we mooiere uitzichten. Ook is het rustiger fietsen omdat we een vluchtstrook voor ons alleen hebben en daardoor minder last hebben van toeterend verkeer. De streek richting Wanzhou wordt langzaam drukker. Helaas gaat dit ten koste van de natuur. We staan ‘s ochtends vroeg op om in het begin van de middag de geplande kilometers afgerond te hebben. In een hotel ontsnappen we aan benauwde middagtemperaturen van 40° of hoger. Na een uurtje rust op de hotelkamer ga ik bijna dagelijks een stukje wandelen. Zo kom ik in Shiqiau(zhen) per toeval in een oude wijk terecht. De leefwijze is traditioneel en schitterend om te zien. Noten, maïskorrels, pepers en slierten lange verse noedels worden gedroogd in de zon. Een kapper knipt zijn klant buiten en kinderen leren een vechtsport in het park. Het straatbeeld geeft een mooie indruk hoe men vroeger geleefd moet hebben. Helaas worden tegenwoordig bijna alle dorpen volgebouwd met nieuwbouwflats die weinig van deze cultuur overlaten. ‘Het nieuwe betonnen China’. Zo noem ik het maar…

 

De gele bergen

Het  dorpje Shiqiau(zhen) kent maar één hotel en slechts een paar restaurants. De meeste zijn vies en oud. Na een maaltijd in een ‘hotpot’ restaurant ronden we de avond af en kruipen we vroeg in bed. De volgende ochtend gaat de wekker al om 5 uur en zitten we om iets over 6 op de fiets richting Dazhou. Via een groene route vol bamboe, bananenbomen en ander tropisch groen bereiken we de stad. Vanaf hier is het nog slechts één dag tot Wanzhou. Een grote stad die ligt aan rivier de Yangtze. Wat letterlijk “lange rivier” betekend, en met een lengte van 6380 kilometer de langste rivier in Azië is en de derde langste ter wereld. Via een boottocht maken we kennis met werelds grootste stuwdam en overbruggen tegelijkertijd enkele 100e kilometers om tijdig Shanghai te bereiken. Helaas is de boot erg klein en enorm toeristisch waardoor genieten overgaat in ergernis en stress. Uiteindelijk bereiken we Jingdezhen, onze laatste stad tijdens de bus-boot-bus-tocht. Na al het gedoe met de fiets in de bus ben ik blij dat we weer per fiets verder kunnen. Eindelijk weer genieten van tropische natuur en authentieke dorpjes langs de weg, wandelingen maken na de middagrust en even tijd voor mezelf hebben. Heerlijk!

Met onze nieuwe planning moeten we tijdig Shanghai kunnen bereiken. Ook hebben we drie dagen ingecalculeerd om de Gele bergen (Mount Huáng Shān) te bezichtigen. Het is nog zo’n drie fietsdagen van ons vandaan. In de vroege uurtjes zetten we onze koers richting Tangkou waar het National park Mount Huáng Shān ligt. Er is weinig verkeer op de weg waardoor we genieten van tropische vogelgeluiden. De omgeving is bedekt met veel groen. Tussen alle bananenbomen, varens en metershoge bamboe leven verschillende insecten. Allemaal een maatje groter dan bij ons. Zo stoppen we even om een foto te maken van een duizendpoot ter grote van een Snicker. In het begin van de middag bereiken we Jiangwan. Een dorpje tussen het gebergte met een mooie toeristische dorpskern. Oude pagodes en rode lampionnen leiden naar een oud gedeelte. We vinden een prima hotel inclusief gelegenheid om te eten. We laten ons die avond de tafel volzetten met vlees, aardappelen, wortel en andere salades gewokt in de kruidige keuken voor nog geen 124¥. Het is een prima maaltijd om de volgende ochtend op te fietsen. Nog voordat de klok 05:00 uur slaat zitten we op de fiets. Er ligt een zware route, vol haarspeldbochten voor ons. Ondanks het klimmen en dalen is het puur genieten. De ruwe omgeving is bedekt met een groene laag dennen, bamboe en veel soorten varens. Via een weg, gevolgd door een stroompje water en enkele kleine dorpjes verscholen tussen al het groen komen we in Huangshan. Na een goeden nachtrust, nieuw eten en drinken en nog één dag fietsen bereiken we Tangkou. Een dorpje net voor de “gele bergen”.

Het is duidelijk dat we langzaam het gebergte naderen. Geen enkele vierkante meter is nog vlak. Eenmaal in Tangkou vinden we het hotel van Mr. Hu. Bekend van de Lonely Planet als gastvriendelijke hoteleigenaar waar je voor een klein prijsje veel geregeld krijgt. De ideale plek om twee fietsen te stallen en het gebergte in te trekken. Via Mr. Hu boeken we twee nachten in een slaapzaal boven op de bergketen. Mount Huáng Shān wordt ook wel de “Gele bergen” genoemd en staat bekend als een van de mooiste gebergtes van China. Het gebergte heeft een naam op de werelderfgoedlijst en ligt in provincie Antui. Met 72 steile toppen verspreid over een oppervlakte van 154 km²  en als hoogste punt 1841 meter, meer dan de moeite waar voor een bezoek. Via 1000e steile trappen beklimmen we het gebergte en bereiken de gevaarlijk hooggelegen Lotus Peek (Lianhuafeng 1841 meter). Vanaf daar hebben we een prachtig uitzicht over de bergen die spelen met de wolken. Wolken zweven tussen de toppen, verdwijnen en komen weer terug. Pijnbomen groeien op de meest onmogelijke plekjes tussen spleten langs de steile rotswanden. We bezoeken het gebied twee dagen en overnachten één nacht in een grote slaapzaal tussen allemaal roggelende en snurkende Chinezen. Met lichte spierpijn beginnen we aan de lange tocht naar beneden. Het is duidelijk dat mijn kuiten niet meer gewend zijn aan het vele lopen. Gedwongen door enorme spierpijn blijven we nog twee nachten bij Hu. We doden de tijd in zijn heerlijke keuken en lopen onze spierpijn uit in de prachtige omgeving rondom het dorp.

 

10.000 kilometer

Op 26 augustus verlaten we Tangkou en bereiden we ons voor op de laatste kilometers richting Shanghai. De kaart laat zien dat de natuur snel over gaat in samengegroeide dorpen en steden vol industrie. Maar zover is het nog niet. Onze route leidt over smalle bergpassen terug naar Huizhou om zo via Shexian, Hangzhou te bereiken. Onderweg worden we geplaagd door stekende insecten. Wouter wordt pijnlijk in zijn nek gestoken en de  vacuümpomp moet er aan te pas komen. Het landschap om ons heen is begroeid met bomen, aangetast door de Oost Aziatische boktor. Een van deze enge beestjes met lange voelsprieten lift tijdelijk mee achter op mijn helm.. De natuur is dus nog volop aanwezig! In Qizilizhen vinden we een prima hotel inclusief restaurant voor nog geen € 10,-. De volgende dag staat ons weer een zwaar traject te wachten. Dit komt mede door aanhoudende spierpijn van de Gele bergen.

Op 29 augustus bereiken we een afstand van 10.000 kilometer. Een hele mijlpaal!! Trots zet ik de teller op de totaalstand en wacht af tot de 9999 overspringt naar 10.000 kilometer. Ik ben 10.000 kilometer van huis, 10.000 kilometer oostwaarts en bijna is het einde in zicht. Nog een kleine 350 kilometer fietsen we door kleine dorpjes verscholen tussen de wilde natuur. Daarna beginnen we aan de drukke bebouwde ringweg rondom Hangzhou. In deze grote stad net voor Shanghai plannen we een rustdag om het drukke wegennetwerk rondom Shanghai eens goed in kaart te brengen. We genieten van het luxe stadsleven en maken een wandeling rondom het bekende “West-Lake park”. We bezoeken het park in de vroege ochtend. Genieten in een klein theehuisje van een kop thee aan de waterkant en kijken met plezier naar de dansende Chinezen die groepsgewijze ochtendgymnastiek uitvoeren. Terwijl Wouter zich terug trekt in de hotelkamer maak ik een wandeling om het meer. Even merk ik dat ik geniet van het alleen zijn. Even alles op een rijtje zetten voordat we daadwerkelijk Shanghai bereiken.

 

Shanghai

Met een goede gedetailleerde kaart beginnen we aan de tocht door het drukke, Chinese stadsleven. De eerste borden met Shanghai staan net buiten het centrum aangegeven. De drie kleinere steden Tongxiang, Jiaxing en Jiashan, ieder met toch zo’n 660.000 inwoners, zijn aaneengesmolten voorsteden van Shanghai. Door de enorme verkeerschaos is het onduidelijk wanneer we welke stad bereiken. Stoplichten worden ondersteund door agenten maar toch past ieder zijn eigen verkeersregels toe. Gelukkig is er voor ons een fietspad, vol met toeterende Chinezen in gekleurde regenpakken op elektrische scooters onderweg naar hun werk. Het is een onoverzichtelijke bende!

We zijn nog maar enkele tientallen kilometers van Shanghai centrum vandaan. We nemen een motel en vertrekken de volgende ochtend vroeg met een heldere geest. Net als wij zijn er weer veel chinezen onderweg. Tijd om te beseffen dat we ons einddoel naderen is er nauwelijks. We bereiken de eerste ringweg van Shanghai waar de drukte zich letterlijk op elkaar stapelt. Tussen alle hoge gebouwen en schreeuwende reclame zoeken we een rustige weg langs het water. Zo lukt het ons om heelhuids door het centrum te manoeuvreren. Veilig bereiken we op 5 september rond de middag “de Bund”, onze officiële eindplek van de afgelopen maanden. De teller eindigt op 10.369 kilometer en vol trots kijken we naar de skyline van Shanghai. Wat een prestatie, al is het te veel om te beseffen. We knippen enkele foto’s van ons zelf en van de fietsen om vast te leggen dat we ons doel gehaald hebben. Daarna steken we het water over om het geboekte Beehome hostel te vinden. En zo zijn we weer terug in het Chinese verkeer…

Eenmaal ingecheckt ontstaat er tijd om  familie en vrienden te sms’en dat we ons doel gehaald hebben. Langzaam dringt het tot me door en wordt het gevoel groter… We hebben het gehaald!! 563 uur fietsen in soms onmenselijke omstandigheden. Maar bovenal was het puur genieten! Wat een mooie tocht, wat een ervaring! Onze prestatie vieren we in een goed restaurant met als afsluiter een lekker Hagen-Dazs ijs en een koud pilsje op een terras met uizicht over de prachtig verlichte skyline van Shanghai centrum.

 

De resterende dagen besteden we aan het inpakken van de fiets en vermommen we ons met nieuwe kleding als toerist.  We gaan opstap in een met ijsbedekte whiskybar en ontmoeten nieuwe Koreaanse vrienden. We bezoeken het 492 meter hoge “World Financial Center” met een glazen vloer, enkele stadsparken met oude tempels, old-street en werelds grootste zee- aquarium. We genieten van de tijd in de westerse stad, kijken vaak terug op mooie en zware momenten maar genieten voornamelijk van de behaalde prestatie!

1 april 2012 – 5 september 2012,
Baarlo – Shanghai
10.369 kilometer
5.5 maanden

Een ervaring zonder spijt!