Invalid Displayed Gallery

 

Terug in de tijd

De teller tikt de 1635 kilometer aan op het moment dat we de grens met Ukraine passeren. Hoge hekken en diverse stempels geven mij het gevoel alsof er geen weg terug is. Ook hier is duidelijk aan de omgeving te zien dat we in een ander land zijn. Oude trucks, Lada’s en mensen met paard en wagen trekken ons voorbij. Ukraine geeft mij de indruk alsof we terug in de tijd gaan.

In het eerste dorpje wisselen we ons Pools geld voor de Ukrainse Grivna. Voor het omrekenen naar Euro’s delen we alles door tien. Het land heeft een oppervlakte van 603,628 km² en is daarmee het op één na grootste aaneengesloten land op het Europese continent. We fietsen de grensstreek uit en komen vrijwel meteen in een enorme leegte. Grote velden vol landbouw wisselen elkaar af. Voor de 1e nacht zoeken we wederom een geschikt huis om te vragen of we onze tent in de tuin mogen opzetten. Weer worden we gastvriendelijk ontvangen. Dit keer met een uitgebreide lunch van verse rode bieten salade (Kirrmizi lahana salatasi), stukken vlees en huisgemaakt brood. Het avondeten wordt voorgeschoteld aan de mannen maar ook voor ons is meegekookt. De maaltijd bestaat uit een stevige soep vol aardappelen en groente en als toetje drie shotjes Wodka. Met een volle buik kruipen we de tent in.

De volgende dag bereiken we L’viv, onze eerste stad in Ukraine. Door de vele bevolkingsgroepen die er geleefd hebben heeft de stad een historisch centrum en een naam op de wereld erfgoedlijst. Dit maakt de stad meer dan de moeite waard voor een bezoek en plannen er een rustdag. We bezoeken het stadspark en lopen door de oude straten. Ook hier genieten we van het goede eten in verschillende restaurants en een hotel met warme douche.

Na een dag rust verlaten we L’viv en dalen af naar een dorpje met mooi uitzicht over alle gekleurde daken. Eenmaal de stadsdrukte uit kruisen we vele boerendorpjes. Het leven ziet er beduidend armer uit dan in de steden. Mensen werken met de hand en huizen bestaan uit vervallen bouwwerken. We stranden die dag bij een gezin waar we meteen bij een familiebarbecue kunnen aanschuiven. Ihor, de man des huizes met een geschat gewicht van 125 kilo lust dan ook graag een stuk vlees. Ook hier komen we niets te kort en brengen we de nacht door bij zijn broer en gezin in huis.

P-32

Het wegdek is plaatselijk beter dan in Polen en dat maakt het klimmen stukken prettiger. Na zo’n 250 kilometer mooi golvend landschap begint voor ons de lange rit op de P-32. Deze weg telt op de kaart 350 eenzame en rechte kilometers. Net voor de afslag trekt de hemel dicht en lijkt er noodweer op komst. Gelukkig is het nog droog en we zoeken dan ook snel een geschikte slaapplek. De huizen langs de weg beloven niet veel. Uiteindelijk kloppen we aan bij een huis met een redelijk grasveld. Met behulp van het Point-it boekje vragen we of we de tent in de voortuin mogen opzetten. Tijdens een bezoek aan het toilet kom ik erachter dat we het dit keer niet getroffen hebben. Het is niet meer dan een modderig houten buitenhokje met een gat om boven te hurken.

De volgende dag vertrekken we in de regen en beginnen opnieuw aan de lange saaie P-32. Het blijft maar regenen en vanwege de kou doen we boodschappen in een klein winkeltje en bestellen een kop warme thee. Zeiknat kloppen we laat in de middag aan bij een hotel in Hrytsiv. Het net gerenoveerde complex met een kamerprijs van nog geen €15 voor 2 personen komt op het juiste moment en ligt op de juiste plek. Een zacht bed, een warme douche en een stevige avondmaaltijd zorgt ervoor dat we de volgende ochtend positief aan de kaarsrechte weg beginnen. De wind is al enkele dagen niet onze beste vriend en zorgt voor langzame kilometers… Later die middag, tijdens een pauze in een bushokje passeert een politiewagen. Niet dat we ons zorgen maken maar deze witte Lada met disco verlichting op het dak stopt iets verderop wat een geweldige foto oplevert. De laatste dag op de P-32 maken we meer dan 150 kilometer en bereiken industriestadje Bila-Tserkva. Tijdens de rustdag kijken we terug op de afgelopen dagen. Grauw weer, tegenwind, vervallen boeren dorpen, uitgestrekte grasvelden en grote meren waren het beeld wat we hebben van Ukraine tot nu toe.

Op 28 april verlaten we Bila-Tserkva. Het weer slaat om en de hemel kleurt blauw. Met temperaturen van 25° krijgen we eindelijk het lentegevoel. Ongeveer halverwege Ukraine steken we de Dnjepr over. Een rivier met een totale lengte van 2290 kilometer waarvan de laatste 800 opeenvolgende stuwmeren zijn. Na veel zwoegen vinden we laat in de middag, boven op een steile heuvelrug, een prachtige slaapplek met uitzicht over het water. We genieten die avond lang van de zon die speelt met oranje kleuren over het water.

 

De ‘Wall of Fame’

We volgen de rivier stroom afwaarts en doen boodschappen in het plaatsje Pii. Het kleine stalletje stelt niet veel voor maar dankzij de reclame van bier en cola ontcijferen we dat het een winkel is. Door het mooie lenteweer geniet ik volop van het fietsen. Langzaam komt alles in bloei en kleuren de bomen groener en groener. Op een markt vullen we opnieuw onze tassen met verse groenten en fruit en hobbelen verder over de slechte weg. Na 100 kilometer vinden we een slaapplek langs een smalle rivier waar we ’s avonds barbecueën. Maar helaas wordt de mooie lenteavond verpest door veel muggen en worden we letterlijk de tent in gejaagd.

Na een goede nachtrust verlaten we onze kampeerplek opnieuw met een heldere hemel. We fietsen richting Cherkasy, een kleine, grauwe stad vol flatgebouwen waar armoede goed zichtbaar is. Na een boodschap in de plaatselijke supermarkt leidt onze route dichter langs het water. Per toeval vinden we een weg naar een wit zandstrand langs de Dnjepr. Het is dat we de overkant kunnen zien anders heeft het iets weg van de Spaanse Costa. We besluiten er middagpauze te houden en te genieten van het koele water. In het naastgelegen dorpje, vol prachtige bloeiende kersenbomen doen we later die dag boodschappen voor het avondeten. De maaltijd bestaat uit zes eieren met brood en tomatenketchup. Het was een hele kunst zes eieren te vervoeren op Ukrains wegdek. Dit lukte door middel van een kartonnen doosje vol oude kassabonnetjes die een zacht bedje vormde. We volgen de rivier via een steile weg langs het water. Oude leegstaande fabrieken laten zien dat er ooit veel industrie is geweest. Ondanks dat is de omgeving erg mooi. Velden vol akkerbouw en stukken bosgebied wisselen elkaar af. In Kremenchuk steken we de Dnjepr over. In het kleine industriestadje houden we een rustdag en genieten op het terras van het mooie weer. Later die avond wordt het pas echt gezellig en kunnen we mee genieten van schaamteloze dansbewegingen en schaarsgeklede dames in combinatie met alcohol en muziek.

Vanaf nu volgen we de spoorlijnen die richting Donets’k leiden. Volgeladen olietanks zijn net als wij onderweg richting Rusland. Bij een korte stop treffen we een man die met zijn bierbuik en twee nieuwe halve literse niet direct de indruk geeft dat hij slagboomagent is. Laat staan dat hij het vertrouwen uitstraalt om de slagbomen te sluiten voordat er weer een olietanker met 64 wagons voorbij dendert. Voorzichtig knip ik van hem een foto en we steken het spoor over. Onderweg passeren we veel dorpjes waar alleen de kerk kleurrijk straalt. De rest van de huizen kijkt grijs en grauw. Langzaam wordt het vlakker en bestaat het landschap uit veel meertjes omringt met riet. Tussen één van de vele meren vinden wij een geschikte kampeerplek. Samen met 100e kikkers, slangen en andere waterdieren delen we de nacht.

Bijna elke ochtend zien we arbeiders op gammele fietsen en melkbussen aan het stuur. Stuk voor stuk onderweg om hun vee te melken. In deze streek zien we naast koeien ook veel ooievaars met een nest. Sommige verstopt op een oude watertoren, andere op een schouw van een vervallen boerderij. Het is een uitgestrekt landschap waar landbouw plek heeft gemaakt voor natuur. We kamperen diverse malen wild voordat we industrie stadje Lozova bereiken. Hier houden we een middag rust en slapen een nacht in een hotel. De weg ernaartoe was slecht. Wegwerkers die we eerder die middag troffen kwamen voor ons te laat. Wij moesten het asfalt zoeken tussen alle gaten. Gelukkig haalde we Lozova zonder ongelukken want vanuit het terras zagen we een ambulance rijden van het bouwjaar waar je niet graag in vervoerd wil worden. In het stadje bezoeken we het station, zitten even op het internet en eten een hapje in een restaurant. Daarna kiezen we expres een oude Lada taxi en laten ons afzetten bij het hotel. Het was een geweldige rit!

We verlaten de stad, steken het spoor over en zetten onze koers oostwaarts. Rondom het spoor wordt hard gewerkt. Dit gebeurt met voertuigen die bij ons niet meer door de keuring komen, laat staan aan onze veiligheidsnormen voldoen. Zo zien we ook een oude Volkswagen met de Nederlandse tekst “Het ijs paleis”. Van mij had hij even mogen stoppen want de temperaturen lopen elke middag op richting de 30°.  Na de stad komen we door een streek waar veel kolenmijnen actief zijn. Rond de middag stoppen we op een terrasje om te pauzeren. We raken aan de praat met de twee bardames en vertellen dat we met de fiets richting China zijn. Zij huldigen ons tot ‘Sports-men’! Laat in de middag vinden we een prima slaapplek aan de rand van een landbouwveld. En net als bijna elke avond kunnen we ook hier genieten van een schitterende zonsondergang.

Op 7 mei, inmiddels al een dikke maand van huis behalen we de 3000 kilometer. Elke 1000 kilometer meer is toch weer een mijlpaal. Al lijken de volgende 1000 ver weg en gaat het fietsen vandaag moeizaam. De wind is onze grote vijand. Na een dag flink ploeteren vinden we een slaapplek aan een groot meer omringt met riet. Hier krijgen we, net als bijna elke avond bezoek. Dit keer van een jonge visser die tot laat, met zijn lieslaarzen weggezakt tot aan zijn navel, in een donker moerasgebied zijn avondeten bij elkaar probeert te vangen. Na een uurtje tussen het riet toont hij, al graaiend onder zijn wollen trui zijn nog levende vangst, en vraagt of we ook een visje willen. ‘Нет, спасибо’ (nee bedankt)  antwoorden we in het Russisch waarna hij op zijn motor vertrekt.

De volgende dag is Wouter jarig. Ik wek hem met het lied “lang zal hij leven” en feliciteer hem met zijn 28e verjaardag. Niets vermoedend geef ik hem het kaartje van Marieke en een flesje Whisky van mij, wat ik al meer dan een maand mee sleep. We vertrekken wat later in de ochtend en bereiken na 40 kilometer de stad Donets’k. Na veel zoekwerk vinden we een relatief duur hotel. Maar omdat de eigenaar onze reis bewonderd trakteert hij ons op één gratis nacht inclusief luxe ontbijt. Als klap op de vuurpijl krijgen we zelfs een plekje op de “Wall of Fame”. In de stad vieren we Wouters verjaardag en lopen door de statige straten. Donets’k werd tijdens de 2e wereld oorlog bijna volledig verwoest. Maar na de oorlog werd de stad opnieuw ontworpen en in typische Sovjetstijl herbouwt.

De 10e  verlaten we de stad en het daarbij behorende luxe stadsleven. We naderen de grens van Rusland. Dorpen ogen oud en de meeste verlaten, waardoor de natuur weer de kans krijgt zijn eigen gang te gaan. Golvende graslandschappen vol bloeiende bloemen bevinden zich aan beide kanten van de weg. Langzaam lijkt het alsof we het mijnengebied verlaten. Nog maar enkele vrachtauto’s vol kolen stuiven langs, verwoesten het wegdek en laten wolken van stof achter. Door al het gezweet zijn wij op het laatst van de dag bruiner van het stof dan door de zon. Ook verliezen we door de warmte veel vocht. Gelukkig lukt het goed om in Ukraine aan schoon drinkwater te komen. Hoewel de bevolking vaak grondwater lijkt te drinken houden wij het bij flessen. Zo treffen we op een kampeerplek, langs een stromend beekje een familie die elke dag haar melkbussen vult bij een waterbron. We helpen ze een handje met sjouwen waarna ze ons uitnodigen bij hun te overnachten. Helaas is het avondlicht al gevallen en lukt het niet meer de tent af te breken.

De volgende ochtend vertrekken we vroeg. Op naar de Russische grens. Aan het slechte wegdek is te zien dat Ukraine niet meer investeert in de grensstreek. De weg telt meer gaten dan meters asfalt. We fietsen door het heuvelige graslandschap richting Rusland. Ons 4e land op de route. Het land waar we onze meiden voor drie dagen gaan zien, waar de landschappen langzaam overgaan in Steppe en de kilometerborden alleen maar langere afstanden zullen gaan aangeven…