Donderdag 16-06-2011
Weer: Ochtend lekker fris, snel warm, later heet (28 graden)
Kosten: 21,20 euro.
Gefietst: 80 km en geëindigd in Suze la Rousse

Om zes uur zitten we op de fiets. Vanuit de brug knippen we een foto van het ochtendlicht dat zachtjes tegen de bergen schijnt. “Over een uurtje zwoegen we door die stenenmassa”, zeg ik tegen Yvette. Ze kijkt me angstig aan. “Zeven kilometer moeten we klimmen”, zegt ze. Niet veel later zwoegen we midden tussen de hoog oprijzende bergwanden. De omgeving is adembenemend. Tussen de dennenbomen vormen kleine stroompjes water, die al kolkend een weg naar beneden zoeken. Het geruis van het water is vrijwel het enge geluid op deze vroege ochtend. Eenmaal het hoogste punt bereikt maken we ons klaar voor de afdaling. Met zestig kilometer per uur vliegen we omlaag. Met die zelfde snelheid voel ik mijn handen door en door koud worden. We stoppen en trekken ons regenpak aan tegen de ergst kou. Als we Saou bereiken strekt de weg zich weer vlak. Terwijl de bergen achter ons verdwijnen in de ochtenddouw warmt de zon de aarde op. Gestaagd peddelen we verder langs een riviertje. “Ruik”, zeg Yvette. “Lavendel.” Niet veel later glijden onze ogen langs de paarskleurige lavendelvelden omhoog. Wederom is de omgeving prachtig. We hebben er dertig kilometer opzitten en staan weer voor een klim van zeven kilometer. Rustig fietsen we ieder in ons eigen tempo naar boven. Boven worden we getrakteerd op een paars uitzicht. Lavendel, lavendel en nog eens lavendel. Allemaal keurig in lange rechte rijen. We kunnen niet wachten en beginnen aan de beloning. Acht kilometer glijden we naar beneden en wanen we ons in een steeds vlakker landschap. Zonder dat we er erg in hebben was dit onze laatste echte klim van deze fietsvakantie. Voor ons resteert een zo goed als vlak landschap. In La Baume de-Transit genieten we op het terras van een koud drankje. Het zijn nog ongeveer zes kilometer naar de eerst volgende camping. Helaas veranderen die zes in loodzware kilometers. De wind is onze grootste pestkop. Doormiddel van ons camping-logboek weten we dat de camping niet veel voor stelt. Eenmaal daar blijkt er zelfs niemand aanwezig te zijn. We twijfelen wat we moeten doen. Wachten of doorfietsen? Uiteindelijk krijgen we via een intercom de campingeigenaar te spreken. Uit zijn krakende stem verstaan we dat we de tent overal kunnen opzetten. Eenmaal ons huisje overeind vertrekken we met lege tassen richting het dorp voor een boodschap. Onze avondmaaltijd bestaat uit vissticks, gebakken aardappels en tomatenschijfjes met peper en zout. Het was een mooie, maar pittige dag.

 

Vrijdag 17-06-2011
Weer: Warm tot heet
Kosten: 26,80 euro
Gefietst: 58 km tot Avignon

Onze tocht loopt verder richting Rochegude, het eerste dorpje na de camping. Daarna fietsen we door naar Serignan-du-comtat waar we 4 croissantjes kopen bij de bakkerijtje. Twee neutrale en twee met chocolade. Op het dorpsplein nemen we ons de tijd om van de maanvormige broodjes te genieten. “Wat zal ik ze missen als we weer in Nederland zijn”, zegt Yvette. Ik moet lachen. Voordat we verder fietsen bestuderen we de route. Vanaf nu komen we door verschillende steden en zal het grotendeels gedaan zijn met de natuur. Orange is nummer één, gevolgd door Avignon. Avignon lijkt ons een prima einddoel voor vandaag en we zetten onze koers weer Zuidwaarts. Net voor Avignon pakken we rivier de Rhone weer op. Niet veel later rijden we lang een enorme vier sterren camping. Om tijd te besparen zoeken we niet langer naar een slaapmogelijkheid. De stad heeft waarschijnlijk meer te bieden dan een eindeloze zoektocht naar de beste camping. We mogen zoals gewoonlijk zelf een plekje uitkiezen. De veldjes zijn allemaal voorzien van een kleurrijke groen haag. Als de tent staat fietsen we naar het centrum. We doen ons tegoed aan alle aantrekkelijke terrasjes en voordat we het weten is het etenstijd. “Morgen fietsen we naar Stes. Maries-de-la-Mer”, zeg ik trots. Yvette lacht. Een trotse blik verschijnt op haar gezicht. Rond half negen liggen we in de tent. Beide staren we naar de route voor morgen. Het landschap is vlak. Zo vlak dat het iets weg heeft van Nederland.

 

Zaterdag 18-06-2011
Kosten: 76,12 euro
Weer: bewolkt, helaas! Maar geen regen, wel avondzon.
Gefietst: 105 km en geëindigd in St-Maries-de-la-Mer

Om kwart voor zeven fietsen we door de smalle binnenstraatjes van Avignon. De stad kent een totaal andere aanblik dan gisteren. De straten zijn leeg en er heerst een ongekende stilte. Enkel een schoonmaakwagen doorbreekt de stilte. Twee uur later bereiken we Arles. De weg erheen had weinig te bieden. Zeker ten opzichtte van de voorgaande fietsdagen. Ondanks dat de stad waarschijnlijk zijn mooie kanten kent fietsen we door. We willen maar één ding. Aankomen bij de Middellandse Zee! Na Arles bereiken we de Camargue. Het natuurgebied heeft vrij veel weg van het Nederlandse landschap. Wederom pakken we de Rhone op. De wind speelt met de lange rietstengels langs de waterkant. Ook dit landschap bied ons weinig vermaak. We missen de bergen, de zonnebloem- en lavendelvelden, de snelstromende beekjes langs de afdalingen en de dichte dennenwouden van de Ardenne. Twee uurtjes kruipen er voorbij. De geplande vijfennegentig kilometer vullen zich aan met 10% en uiteindelijk fietsen we honderdenvijf kilometer. Moe maar voldaan fietsen we het toeristische St-Maries-de-la-Mer binnen. We worden overspoeld met reclame en eettentjes. Voordat we ons vermommen als toeristen fietsen we door naar de kustlijn. “Dit is het einde, zeg ik tegen Yvette. Hier houd de weg op en zullen we per bood verder moeten.” Trots kijken we elkaar aan. “We zijn vanuit Nederland naar de Middellandse Zee gefietst! 1332 kilometer-als-maar-Zuidwaarts.” Even staan we stil met onze behaalde prestatie. “Het zuinige leven op de fiets zit erop”, grapt Yvette. “Laten we een grote kom ijs gaan eten!” Niet veel later zitten we met ons bezwete lichaam aan een ijscoupe. We kijken uit op de Middellandse Zee, achter ons ligt de schitterende herinnering van 1332 fietskilometers.

Later die middag zoeken we een camping langs de waterkant. Voordat we ook maar één haring in de grond hebben worden we aangevallen door honderden muggen. Het lijkt alsof ze allemaal gewacht hebben op dat bezwete fietslichaam. In een rap tempo knallen we de tent rechtop. De bekende ‘tropen DEET’ lijkt geen effect te hebben op de agressiviteit van de muggen. Één voor één blijven ze toeslaan. Eenmaal in de tent wordt het rustig. Geen mug overleeft het binnen in de tent. Gelukkig is het na een verfrissende douche stukken prettiger vertoeven in de buitenlucht. Die avond trakteren we ons op een eetendje en tafelen we lang na. Morgen niet fietsen maar, zon, zee en strand!