Zondag 3 februari. Cromwell – Lindis Pass, 92 km. Om zeven uur zitten we op de fiets. Op de camping hebben een aantal mensen een groot feest achter de rug. Vanuit het keukengebouw zien we mensen drinken, schreeuwen en grappen naar andere campinggasten. Gelukkig sliepen wij achteraan en hebben we er niets van meegekregen. Vandaag besluiten we een andere strategie te gebruiken. Niet iedere 15 kilometer pauzeren, maar om de 20 km een pauze. Dit schiet flink op en om 12:00u hebben we er zestig gefietst. Vanaf hier gaan we langzaam klimmen. De volgende twintig worden steiler en steiler. We naderen de Lindis-pass. Het smalle dal word breder en breder. We bereiken de top en houden pauze. Het weide uitzicht is schitterend. Het gesteente kleurt geelbruin door de zon. Een lange afdaling volgt en geleidelijk moeten we weer bijtrappen om onze snelheid niet te verliezen. Beneden hebben we 91 kilometer op de teller staan en besluiten we wat te doen. Wildkamperen of nog 20 kilometer verder fietsen. Een beloofde camping op de kaart blijkt verleden tijd. Maar doorgaan, zegt Yvette. Maar opeens slaat de vermoeidheid toe en blijkt een keuze maken moeilijk. Uiteindelijk stappen we op de fiets en 500 meter verderop staat er een verlossend bord met de tekst ‘backpackers en vans’. Paul fietst naar boven voor informatie en komt met positief nieuws naar beneden. Voor 10 dollar p.p. mogen we kamperen. Zonder te twijfelen slaan we de tent op en genieten van een warme maaltijd in de primitieve keuken. Het wordt een avond met een leesboek op een bankstel!

Maandag 4 februari. Lindis-Pass – Twizel, 50 km. Regen, regen en nog eens regen. De hele nacht tikte de druppels tegen het tentdoek. Persoonlijk vind ik het altijd heerlijk slapen en zeker als je weet dat er de volgende ochtend geen wekker gaat en er weinig kilometers op het programma staan. Toch komt er rond half acht een einde aan het gedoezel. Eenmaal goed wakker blijkt dat ons luchtbed op een matras van water dobbert. Onder de tent heeft zich een plas van wel 5 a’10 cm water gevormd. Gelukkig is onze binnentent nog droog. We zijn nog steeds blij dat we toen iets meer hebben geïnvesteerd in een goede tent. Tijdens een droge periode staan we op, pakken alles in en ontbijten in het keukentje met een kopje thee (lang geleden)! Helaas regent het weer als we vertrekken. Het droge berglandschap van gisteren is volledig in macht van de wolken. Enkele schimmen van het gebergte zijn zichtbaar, voor de rest glijden de wolken als witte kussentjes tussen de bergen. Het is een mooi gezicht, maar toch zie ik liever zonnestralen. Doorweekt drinken we een kop warme thee in een restaurantje in Omarama. Met de tassen vol boodschappen verlaten we het dorpje om de laatste 30 km tot aan Twizel te fietsen. Ook deze zijn nat, koud en uitzichtloos door de regen. Eenmaal in Twizel boeken we voor de volgende dag een bus richting Mount Cook en installeren ons op een camping. Een beetje teleurgesteld boeken we later de busreis alsnog om voor een enkele reis inclusief fietsen omdat we onze spullen niet op deze camping kunnen achterlaten. Via de informatiebalie in Twizel vernemen we dat er een DOC camping is in het dorp mount Cook. Deze houden we in gedachte voor een nacht met uitzicht op Nieuw-Zeelands hoogste berg.

Dinsdag 5 februari. Twizel – Mount Cook, 26 km. Om zeven uur gaat de wekker. Tijd om te snoezen is er niet want om 08.45 vertrekken we inclusief fietsen en bepakking per bus naar Village Mount Cook. Eenmaal daar wacht een vier uur durende wandeling naar de Hooker Valley op ons. Tijdens het afbreken van de tent prikken enkele zonnestralen door de bewolking. Het ziet nog steeds grijs maar het zou volgens de weersvoorspellingen aan het begin van de middag opklaren. Het is koud buiten en via via horen we dat het komt door verse sneeuw op de bergen. Met verse sneeuw en een heldere hemel belooft het een mooie dag te worden.

De bus vertrekt op tijd en onze fietsen kunnen zonder problemen mee. De chauffeur met als bijbaan gids vertelt ons over het gebied. Hij weet ons te vertellen waarom het water zo’n melkachtige kleur heeft in de gebied. Na een korte rit worden we gedropt in Mount Cook village. Met een voortas op de rug, onze fietsen achtergelaten bij het infocentrum en een kort overleg wandelen we naar het begin van de Hooker Track. Helaas is Cook nog niet zichtbaar door rondzwervende sluierbewolking. De smalle paden leiden over gravelpaadjes door hoog gras, struiken, kleine droog gelopen stroompjes en ‘swing bridges’ (hangbruggen). We krijgen steeds meer zicht op de besneeuwde bergen naarmate we het Hoover lake naderen. Het grijskleurige meer wordt gevuld met smeltwater van een nabijgelegen gletsjer. Aangekomen bij het eindpunt van de track genieten we van het machtige uitzicht. Enkele minuten later verdwijnt de bewolking en zien we de top. Met mooie plaatjes in gedachten lopen we terug richting het dorp. Beetje bij beetje klaart de lucht op tot een strakke blauwe hemel. Helaas laat op dat moment de camera weten dat de accu leeg is! Terug in het dorp besluiten we af te zakken tot het begin van Lake Pukaki. Daar ligt een camping met een fenomenaal uitzicht op de besneeuwde toppen. Een plaatje voor op de voorkant van ons fotoalbum mislukt finaal. Het stoeltje waar de camera op rust valt om en de camera beschadigd. Helaas maar vooral dom dat ik zo met mijn duur apparaat om ga vloek ik in mijzelf. Gelukkig is het toestel niet dusdanig beschadigd dat het geen foto’s meer kan maken en lukt het ons alsnog een kaftfoto te maken voor ons fotoboek. Eenmaal op de camping is het bouwen en koken voordat we kunnen genieten van het uitzicht. Al geniet ik ook al van het koken in de buitenlucht met uitzicht op de berg. Misschien wel werelds mooiste buitenkeuken…

Woendag 6 februari. Mount Cook – Lake Tekapo, 85 km. Tijdens zonsopkomst word ik onrustig wakker. Zou er nog een mooie foto te schieten zijn als de ochtendzon Mount Cook verlicht? Helaas leverde de zonsondergang van gisteravond meer mooi beeld materiaal. Tijdens het ontbijt genieten we van de bergketen voor ons. Het blijft een geweldig uitzicht! Helaas ligt dit uitzicht achter ons als we op de fiets onze weg richting het zuiden vervolgen. We maken vijfentwintig mooie kilometers, om rondom het meer te fietsen. Aan de zuidkant van Lake Pukaki, kijken we over het melkblauwe water naar Mount Cook. Alle besneeuwde bergtoppen eromheen maken het plaatje compleet. We maken nogmaals tien kilometer met het mooie uitzicht aan onze linkerhand voordat we een hoger gelegen, droog terrein bereiken. Daar strekt de weg zich lang, kijkt het gras dor, de heuvels hellen zich vals plat en als laatste krijgen we de wind van voren. Hoewel we zicht blijven houden op witte toppen trekken de kilometers zich lang en wordt het uiteindelijk zelfs saai fietsen. We vragen ons af of we niet verwend zijn? Na nogmaals veertig zware kilometers belanden we uiteindelijk bij Lake Tekapo in een hostel. Ze verkopen ook tentplaatsen en met genoegen nemen we plek op het gemaaide grasveld achter in de tuin. Wederom met een schitterend uitzicht over een meer met daarachter hooggebergte! In rap tempo plaatsen we de tent en kookt Yvette Noedels met ei. Daarna is er tijd om te lezen en in de zon te genieten van muziek. De avond ronden we af met een korte wandeling langs de waterkant en een Corona als finishing Touch. Het was een mooie, maar ook weer zware fietsdag.

Donderdag 7 februari. Lake Tekapo – Geraldine, 90 km. Het is wederom een ochtend met mooi zicht over het water. Eenmaal op weg, na een kort skype gesprek met mijn ouders, trappen we in een rap tempo vijfenveertig kilometer weg, met een gemiddelde snelheid van 20 km per uur. Het terrein golft licht maar de meeste heuvels zijn in ons voordeel. Het dorre, saaie graslandschap houdt aan tot onze laatste klim, net na Fairlie. Daarna word het groener en komt het plezier in het fietsen terug. Het landbouwgebied heeft iets weg van Noord-Frankrijk. Maar ook hier slaat later die middag de wind toe en zorgt alsnog voor zware kilometers. In de laatste kilometers voordat we Geraldine bereiken, krijgt Yvette last van haar buik. Gelukkig vinden we snel een camping waar wat rust en een bakje noedels wonderen doet. Iets later op de avond gaan we in het stadje op zoek naar een avondmaaltijd. Na lang zoeken stranden we bij een Subway. Eigenlijk ook wel weer eens lekker…

Vrijdag 8 februari. Geraldine – Rakaia Gorge, 84 km. In de tussentijd dat Yvette Skypt met haar moeder wissel ik informatie uit met een Amerikaanse fietser die net gearriveerd is. Ik geef hem tips om kosten te besparen door gebruik te maken van DOC campings en dat hij als fietser 30% korting krijgt bij YHA hostels. We vertrekken later en zullen zien waar we stranden vandaag. We pakken de ‘senic route’ op om te voorkomen dat we op de snelweg richting Christchurch belanden. Helaas is deze route zo ‘scenic’ niet en gaat hij ook nog eens over een lengte van 80 km langzaam bergop. Weiland na weiland kruipt met een snelheid van 12 tot 14 km per uur voorbij. Beide gewapend met muziek in de oren proberen we ons door dit saaie landschap te boren. We hebben de afgelopen anderhalve maand zoveel mooie dingen gezien, dat een weiland niet meer tot ‘bezienswaardigheid’ behoord. Eigenlijk gek, want in Nederland zou je bewust een route buitenaf opzoeken als je een dagje gaat fietsen. Zoals meestal komt er rond twaalven lichte wind. En net als de afgelopen dagen tegen ons. De rit lijkt alleen maar langer te duren, zeker nu onze snelheid als maar langzamer wordt. Geleidelijk komt er meer plek voor natuur en wordt de rit iets boeiender. We zetten door en stellen de Rakaia-Gorge als einddoel. Eenmaal de 60/70/80 km voorbij gekropen, worden we daar getrakteerd op een wonderbaarlijk natuurverschijnsel. Gedurende vier kilometer worden we bergaf naar een lager gelegen terrein geleid, waar we uitkijken op een rivier die eeuwen geleden een weg door het gesteente heeft gegraven. Diverse kleuren van steen mengen zich met het melkblauwe smeltwater. Tevreden plaatsen we onze tent op de nabijgelegen camping. Terwijl Yvette in haar boek leest vecht ik al zwemmend stroom inwaarts, tegen het ijskoude water. Het is een heerlijke verkoeling na deze geestelijk zware fietsdag! ’s Avonds zitten we voor onze tent en denken na over morgen. Christchurch, onze eindbestemming van deze mooie reis komt nu wel heel dicht bij. Er is zelfs een kans dat we er morgen aankomen maar dat zal grotendeels bepaald worden door de wind.

Zaterdag 9 februari. Rakaia Gorge – Christchurch, 105 km. Afgelopen nacht werden we gewekt door een egel, die aan het stoeien was met een lege koekjesverpakking. Het geritsel zorgde ervoor dat we wakker lagen en uiteindelijk naar het toilet moesten. Buiten werden we getrakteerd op een schitterende sterrenhemel. Een sterrenhemel zoals ik hem bijna dagelijks meemaakte in de Kazachstaanse woestijn. Vaak dacht ik dan aan Yvette, en hoopte dat ik dit ooit een keer met haar zou kunnen delen. Samen keken we naar de duizenden lichtjes. Eenmaal terug in bed duurde het even voordat we de slaap konden hervatten.

De volgende ochtend staat er eerst een korte wandeling op het programma. Beide willen we graag naar het uitzichtpunt van de Gorge lopen. De weg kronkelt zich langzaam omhoog langs de diep uitgesleten rivier. Het is pittig klimmen maar de uitzichten zijn werkelijk prachtig. Terug op de camping pakken we onze tent in en vertrekken. Het is steil klimmen om het dal uit te komen. Boven worden we wederom getrakteerd op een mooi uitzicht. We besluiten de scenic route te volgen en vanuit het westen Christchurch binnen te rijden. Na 27 km langzaam afdalen komen we in Glentunnel. In het kleine gehucht kopen we boodschappen om ons in de laatste kilometers te voorzien van energie. De omgeving is mooi maar gaat langzaam over in de chaos van een randstad. We denken terug aan de afgelopen zeven weken. We hebben beide eilanden doorkruist en vele mooie plaatjes in onze herinneringen opgeslagen. Maar vandaag zullen we met een kleine 3000 kilometer op de teller Christchurch binnenfietsen. Ons einddoel in Nieuw Zeeland. Er zal ook een einde komen aan de zomerse temperaturen en het leven van camping naar camping. Donderdag vliegen we terug naar het koude Nederland, twaalf uur terug in tijd. Het zal wel even wennen zijn… Voordat we het centrum van de stad bereiken sluiten we aan op een Cycle-race. Toeschouwers moedigen ons aan met onze beladen fietsen. Voordat we het stadscentrum bereiken trappen we moeiteloos 90 kilometer weg. Dat er ons, voor een zoektocht naar een slaapplek nog 15 resteren hebben we niet berekend. Grote delen van het centrum zijn afgesloten vanwege de aardbeving in 2010. Hiermee is er een groot tekort aan hotels en jeugdhostels. Prijzen van hotels die niet getroffen zijn stijgen met 200%. De eindeloze zoektocht naar een betaalbare slaapplek lijkt onmogelijk. Genoodzaakt fietsen we terug naar de rand van de stad en nemen de dichtstbijzijnde camping. Daar vinden we na 105 kilometer een plek om te slapen. Een eindje weg van het centrum en van de rampplek twee jaar geleden. Het geeft een koud gevoel de verwoesting te zien! Het lijkt wel of er oorlog is geweest.

Met 3000 km op de teller zijn we aangekomen in Christchurch. Onze eindplaats van Nieuw Zeeland, na 7 weken fietsen.
De komende dagen niet fietsen (afkicken), maar genieten van terrasjes, de stad bezoeken en voorbereiden op onze reis terug.
Op 11 februari is het ons niet gelukt, de fiets te laten staan. We zijn een ronde gaan fietsen langs de kust naar het zuiden, en beklommen stiekem een pass waarna we goed uitzicht kregen van 400meter hoogte op deze grote stad. Deze dagen zijn we vooral nog dingen aan het uitzoeken, materiaal aan het verzamelen om de fietsen goed in te pakken. 14 februari, op valentijnsdag, vliegen we terug naar Nederland, waarna we na 36 uur vliegen op de 15 februari aankomen. 12 uur terug in de tijd en in de kou. We bereiden ons voor, terwijl het hier 25-30 graden is.

We wensen iedereen een fijne carnaval!
Groetjes Paul en Yvette