San Francisco, we zetten een voet op de trapper en de eerste druppels beginnen te vallen. Een tijdje later fietsen we in de stromende regen de stad door. De straten gaan stijl omhoog en omlaag, de huizen in paars, blauw of perzikkleur geschilderd. Bij een grote supermarkt doet Paul voor 3 dagen boodschappen. De komende dagen komt er weinig op de route, de kleine winkels in de dorpjes hebben bijna geen verse groenten en fruit en zijn vaak drie tot vier keer zo duur. Ik blijf als lijfwacht bij de fietsen, veel mensen geven ons waarschuwingen de laatste weken om de fietsen niet alleen te laten. De brooks-zadels zijn blijkbaar ook geliefd en worden er in mum van tijd afgeschroefd.
Niet veel later komen er drie jongemannen met hun plunjezak en honden naast mij zitten. De kleren zien er grauw en vies uit, mogelijk zijn ze dakloos. Twee mannen van de beveiliging houden een oog op ze. Paul is bijna een uur binnen, het is vaak een ware zoektocht in deze grote winkels. De jongemannen worden verzocht weg te gaan, het is niet toegestaan daar te zitten en te eten. Het voelt gek dat ik er al een uur zit, banaan en koekjes eet en een vriendelijke glimlach krijg.

Het duurt lang voor we de stad uit zijn.
Halverwege de middag kijk ik op de kaart en zeg tegen Paul, ‘we kunnen de route volgen en 30 km doorfietsen naar de eerstvolgende camping, of we kunnen hier van de route af en dan zou er niet ver een camping aan de kust moeten zijn’. We besluiten voor de kortste weg. Even later zeg ik hijgend ‘misschien hebben we toch de verkeerde keuze gemaakt’. De weg is amper fietsbaar. De haarspeldbochten gaan stijl omhoog, en met korte en krachtige afdalingen zijn we beneden en het gezwoeg begint opnieuw en opnieuw. Na 2 uur hebben we 10 km afgelegd, de camping is onvindbaar. Ik ben gesloopt. Paul fietst iets vooruit en wijst naar twee paaltjes en een uitgesleten paadje. Hij neemt een kijkje en zegt met een glimlach ‘een perfecte wildkampeerplaats’. ’s Avonds hebben we uitzicht op de lichtjes van de stad en de boten op het water. Een prachtige plek! Misschien bestaat er geen verkeerd..

’s Ochtends pakken we een natte tent in van de regen. We hebben een fijne groene route vandaag, wat meer landinwaarts. Alsof we door een jungle fietsen. We hebben geen mp3 nodig vandaag, boven ons horen we een waar fluitconcert.

We krijgen dagelijks veel aanspraak (rond de 10 keer gemiddeld schat ik), meestal kort. ’s Middags krijgen we opnieuw aanspraak, maar nu is het anders. Deze vrouw, en later volgt haar man, zijn echt geïnteresseerd. Even later komt ze terug met een briefje. Hun adres in Vancouver. Als we een slaapadres zoeken straks, mogen we mailen. Enthousiast en verbaasd praten we er op de fiets over na. Deze ontmoetingen, net als met de warmshower-adressen, doen je heel welkom voelen. Dat maakt het leren kennen van nieuwe mensen erg leuk en we krijgen zin om dit door te geven.
In de dagen die volgen hebben we leuke kampeerplekken op State Campings. Bijvoorbeeld in dit donker bos. Op een andere plek maken we een mooi kampvuur en hebben we een gezellige avond met 2 andere fietsers.

Vanaf San Francisco fietsen we dagelijks in de mist. Enkele keren is het uitzicht nihil. Na enkele dagen hebben we Wifi en ik check het weerbericht. Zon en 17 graden. Ik kijk omhoog, geen zon te bekennen. We vragen het ’s middags op de camping. Er blijkt mist te hangen wanneer de koele zeelucht botst met warmere lucht uit het binnenland, daardoor groeien de redwood-bomen hier erg goed. Mistige dagen horen er dus bij.

Soms zijn er van die dagen, dan fiets je in een geweldige flow. Er zijn ook dagen dat je het niet te pakken krijgt. De benen worden gelukkig sterker. Dat is hier ook nodig, want het rolt hier flink. In de ochtend zit de flow er meestal goed in, maar de middag is telkens zwaar. De volgende dag houd ik het bij. Ongeveer iedere kilometer een klim en een afdaling, we schakelen van het zwaarste naar het lichtste verzet en die dag zo’n 85 keer. We vinden geen cadans. Maar de uitzichten maken het de moeite waard!
We komen ’s middags bij een duurdere camping waar we de was kunnen doen. De kleren moeten nodig een wasmachine zien, na 4 weken alles op de hand gewassen te hebben. We doen het rustig aan die dag.
’s Avonds slaat het weer om en de was droogt niet meer. Thuis zou ik een droog shirt uit de last trekken, nu moeten we creatief zijn. We proberen ze onder de handdrogers te houden, met re-de-lijk resultaat. Ik heb in ieder geval een droog slaapshirt. Mijn kussen is een gevulde kledingzak, maar er is amper iets te vullen. Voor het eerst ga ik chagrijnig slapen, na een nachtje slapen ziet de dag er altijd heel anders uit.
En dat blijkt, want na een mooie geleidelijke klim van 15 km breekt de zon door. We houden pauze en gooien alle natte kleren over de fiets. De onderbroeken wapperen aan het stuur, terwijl wij een eitje bakken. Daarna krijgen we zelfs een fantastische afdaling van 7 km met mooi bochtenwerk en een warm windje. Op de camping loopt Paul nog een korte trail naar de rivier en neemt een duik, ik blijf boven met een boek en geef mijn benen even rust.

In Eureka hebben we een bijzonder warmshower adres. We kamperen op een kleine boerderij. We krijgen alles aangewezen en kunnen vervolgens onze eigen gang gaan. We zetten de tent op en gaan gelijk douchen. Even later staan we in een soort boomhut-douch, zonder dak en waarbij de planken ter hoogte van mijn schouders komen. Frisse lucht, heet water en een uitzicht over de boerderij, geweldig!

Redwood National Park staat op het programma. De hoogste bomen ter wereld, sommige meer dan 100 meter.
We houden er een rustdag, niet om te rusten maar om een hike te lopen. Je ziet nog veel meer te voet. Op de camping zien we Elks, maar wat nog veel spannender is, is dat er wordt gewaarschuwd voor zwarte beren.
De volgende dagen hebben we spierpijn, deze loop-spieren hebben we niet veel meer gebruikt! We treffen overigens veel andere fietsers die de route fietsen. De eerste nacht in het National Park staan we met zo’n 11 fietsers op het veld. We wisselen tips en verhalen uit. Zo krijgen we de tip om een bericht te sturen naar Katie als warmshower adres. We zijn de volgende dag welkom in St. Paul’s church. We slapen in het bijgebouw van de kerk, samen met nog twee dames fietsers. Er is een goede douche en grote keuken waar we gebruik van mogen maken. Ze opent voor ons het gebouw, leidt ons rond en dan gaat ze naar huis. Het enige wat ze van ons vraagt is een knuffel bij het afscheid.

Dan is het alweer de laatste dag in Californië. We maken een goed gevulde groentewrap met avocado, wanneer ik de statistieken erbij haal.
We zijn nu zo’n vijf-en-een-halve week in Amerika waarvan we bijna vier weken in het zadel hebben gezeten. We hebben 1723 km gefietst, dat zijn er gemiddeld zo’n 66 per dag. We varieerde flink tussen de 40 en 90 km per dag, maar de laatste week gaat het gelijkmatiger tussen de 60 en 90 km. Inmiddels zitten we ruim over de helft van de Pacific Coast route. We kijken uit naar de volgende staat Oregon, we hebben er veel positiefs over gehoord van andere fietsers! Als we zo doorgaan fietsen we Waarschijnlijk over twee weken Canada binnen! Maar eerst wordt het tijd om wat echte Amerikaanse cultuur te proeven, al viel het als een blok beton. Toch maar weer zelf chefkok spelen?

Groeten uit Oregon, Yvette